Campanula alliariifolia

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Campanula alliariifolia
Campanula alliariifolia
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Asterales
Familie:Campanulaceae (Klokjesfamilie)
Geslacht:Campanula (Klokje)
Soort
Campanula alliariifolia
Willd. (1798)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Campanula alliariifolia op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Campanula alliariifolia is een overblijvend kruid uit de klokjesfamilie (Campanulaceae), dat van nature voorkomt in Oost-Europa en West-Azië.

Botanische beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De groenblijvende plant wordt 0,5-0,7 m hoog.

De tweeslachtige bloemen bloeien van juli tot november. Zelfbestuiving is mogelijk. Normaal vindt bestuiving plaats door bijen, kevers, vliegen en vlinders.

In West-Europa is de soort op een aantal plaatsen verwilderd.

Tuin[bewerken | brontekst bewerken]

De plant houdt van luchtige, redelijk arme grond met een goede waterafvoer, in de zon of halfschaduw.

Het zaad moet door een vorstperiode heen gaan om te ontkiemen, waarna de ontkieming plaatsvindt wanneer het twee tot vier weken lang 18 °C is. Voor de ontkieming is extra warmte nodig.

De soort is bestand tegen temperaturen tot -15 °C. Na een koele overwintering kan de plant in het tweede jaar buiten uitgeplant worden.

Voor in de tuin wordt de cultivar Campanula alliariifolia 'Ivory Bellflower' gebruikt.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Zowel de kroonbladen als de gewone bladeren kunnen gegeten worden, zowel gekookt als rauw in salades.

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Campanula alliariifolia op Wikimedia Commons.